De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Gepubliceerd op 13-06-2020

Abraham Kuyper

betekenis & definitie

(1837-1920), Gereformeerd theoloog en staatsman, 1869 Ned. Herv. predikant te Amsterdam, 1874 lid der Tweede Kamer, 1880 hoogleraar aan de door hem gestichte Vrije Universiteit, 1901-’05 minister-president.

Als grondlegger van het Neo-Calvinisme ontwikkelde K. de leer der gemene gratie naast en in onderscheid van de particuliere gratie en poneerde de geldingskracht der Calvinistische belijdenis op elk levensgebied. Zijn strijd tegen het Modernisme en zijn vruchteloos streven de dogmatische en kerkrechtelijke beginselen van het Calvinisme in de Hervormde Kerk te doen zegevieren leidden tot de Doleantie. Als politicus bestreed K. het liberalisme en de sociaal-democratie als „paganisme” en stelde daar zijn anti-revolutionnaire politiek tegenover, waarbij hij met de R.K. Staatspartij als „stoelende op dezelfde wortel des gelöofs”" een coalitie aanging. Zowel op de kerkelijke als politieke geschiedenis van zijn tijd heeft K. zijn onuitwisbare stempel gezet. Van zijn werken zijn te noemen: E voto Dordraceno, Encyclopaedie der Heilige Godgeleerdheid, De gemeene Gratie, Ons Program.

< >