de Ned. wet kent „feitelijke A.” tegen
(1) vorstelijke personen,
(2) eerbaarheid,
(3) de schipper door de schepeling;
voorts (sed. 1925), ernstige A. der openbare orde.
De Blg. wet straft:
(1) vormen van verenigingen tot het aanranden van personen of eigendommen,
(2) A. van eer of goede naam,
(3) van de eerbaarheid.