Kunstgeschiedenis

Amsterdam Boek (1959)

Gepubliceerd op 27-01-2022

Indische kunst - architectuur – beeldende kunst - Thailand

betekenis & definitie

INDISCHE KUNST: DE ARCHITECTUUR EN BEELDENDE KUNST IN ACHTER-INDIË EN INDONESIË: SIAM

Siam-Thailand, het land van de rivier Menam, was in het begin van de christelijke jaartelling in het bezit van de Monkhmers. Later werden ze verdrongen door de Sino-Tibetaanse Lao-Thai-volkeren, de voorvaderen van de huidige Siamezen. De oudste

Thai-hoofdstad was Lamphun in het noorden van het land, gesticht omstreeks 575 na Chr. Later ontstond door menging van de Lao-Thai met de Khmers het koninkrijk van Sukothai-Sawankalok, tweelingsteden met Indische, Brahmaanse en Boeddhistische cultuur. In het zuiden vormde zich onder invloed van Cambodja het koninkrijk Lopburi, dat zich uitbreidde tot Zuid-Birma. Ayuthia werd een cultuurcentrum. In de plastiek deed de Gupta- en Pallava-invloed zich gevoelen. Omstreeks 1100 stichtten de Lao-Thai de hoofdstad Pitsanulok in voormalig

Khmergebied. De Thai-volkeren drongen naar het zuiden op en bereikten tenslotte het Maleise schiereiland. Ayuthia, ten noorden van Bangkok aan de Menam, bleef vier eeuwen lang hoofdstad.

Al de genoemde steden ontwikkelden eigen typen van de Boeddhistische bronsplastiek, gekenmerkt door de gezichtsvorm, de ogen en de mond. De Siamese wandschilderingen en boekverluchtingen, evenals de weefsels, zijn wereldberoemd door hun dansfiguren en hun knappe ornamentiek. De vele omhoogstuwende tempeltorens, de praprangs en prachedi’s, geven het landschap zijn eigen karakter.

door Prof. Dr. E. Diez.

< >