Kunstgeschiedenis

Amsterdam Boek (1959)

Gepubliceerd op 27-01-2022

Holland – barok – zeventiende eeuw - beeldhouwkunst

betekenis & definitie

HOLLAND IN DE ZEVENTIENDE EEUW: BEELDHOUWKUNST

Een even wonderbaarlijke bloei als van de schilderkunst mocht in de (Gouden) zeventiende eeuw voor de Nederlandse beeldhouwkunst niet worden verwacht. In het Protestantse Holland werden geen opdrachten meer gegeven voor beelden en altaren in de kerken. In de burgerlijke republiek ontbraken vorstelijke opdrachtgevers. Vandaar dat een belangrijke Nederlandse beeldhouwer als Adriaan de Vries in andere Europese landen heeft gewerkt, in dienst van de keizer, van Duitse vorsten en van de koning van Denemarken.

In de jaren 1610 tot 1613 vervaardigde Coenraat van Noremberg een fraai oxaal in klassieke trant voor de kathedraal in ’s-Hertogenbosch (tegenwoordig in het Victoria and AlbertMuseum in Londen). Hendrik de Keyzer was niet alleen bouwmeester, maar ook beeldhouwer. Zijn hoofdwerk als zodanig was het praalgraf voor Willem de Zwijger, dat in opdracht van de Staten-Generaal werd geplaatst in de Nieuwe Kerk te Delft (1614-1621). In dit monument en ook in zijn portretbuste paste hij nog Renaissance-vormen toe; zijn realistische karakteristiek is typisch voor de Gouden Eeuw.

Ongeveer een kwart eeuw later, na de gunstig verlopen oorlogen van de Republiek, ontstond er behoefte aan representatieve sculpturen. Voor de versiering van zijn Amsterdamse raadhuis, het ’achtste wereldwonder’, verzekerde Jacob van Campen zich van de medewerking van de Vlaming Artus Quellinus (1609-1668). Quellinus’ werkwijze, vooral in de timpanen, is die van de illusionistische perspectief. De weelderigheid van zijn ornamentele plastiek herinnert aan Rubens. Een typisch barokke indruk maken zijn portretbustes, o.a. die van Johann de Witt (1665). Een leerling van Quellinus was Rombout Verhuist. In de stijl van Quellinus vervaardigde hij grafmonumenten, o.a. voor de Nederlandse zeehelden Maarten Harpertszoon Tromp (1658, Delft) en Michiel Adriaanszoon de Ruyter (1683, Nieuwe Kerk, Amsterdam).

door Prof. Dr. M. Wackernagel.