Kunstgeschiedenis

Amsterdam Boek (1959)

Gepubliceerd op 27-01-2022

Hals, Frans

betekenis & definitie

(ca. 1580-1666), Nederlands schilder, waarschijnlijk te Antwerpen geboren, sedert 1591 in Haarlem, waar hij leerling moet zijn geweest van Carel van Mander. Hij is echter noch door deze, noch door andere kunstenaars als Goltzius en Cornelisz. merkbaar beïnvloed, doch ontwikkelde een geheel nieuwe en oorspronkelijke stijl die zich kenmerkt door virtuositeit, technisch meesterschap, maar vooral door een prachtig bont coloriet, rake gedurfde portrettering die van groot psychologisch inzicht getuigt.

Hals is vooral schilder van genrestukken en portretten geweest; als zodanig wordt hij gerekend tot de grootste Nederlandse 17de eeuwse schilders. Enkele belangrijke werken: Feestmaaltijd van de Officieren van de St. Jorisdoelen te Haarlem (1610, Frans Halsmuseum, Haarlem), Jonker Ramp en zijn liefje (1623, New York), Soldaat met glas in de hand (Amsterdam), Officieren van het St. Joris-gilde in Haarlem (1627, Museum Haarlem), zie Holland – barok – zeventiende eeuw - schilderkunst;

Schutters van de Kloveniersdoelen (1627, Haarlem), Officieren van de Kloveniersdoelen (1633, Haarlem),

Malle Babbe (ca. 1630, Berlijn), zie Holland – barok – zeventiende eeuw – schilderkunst;

Zigeunerin (ca. 1633, Louvre), Regenten van het St. Elisabeth Gasthuis (1641, Haarlem), Officieren van het Adriaensgilde (Haarlem), Regenten en regentessen van het Oude Mannenhuis (1664, Haarlem). Hals’ werken zijn over de gehele wereld verspreid. Veel doeken bevinden zich in het Frans Hals Museum te Haarlem. Hals heeft vele leerlingen gehad, onder wie zijn zeven zoons die weinig waardevols hebben geschilderd, Adriaen van Ostade, Jan Miense Molenaer en zijn vrouw Judith Leyster, zie Holland – barok – zeventiende eeuw - schilderkunst.