ABC van de kunst

Douwe Brongers & Désirée Raemaekers (2004)

Gepubliceerd op 18-05-2017

Bauhaus

betekenis & definitie

Hogeschool voor architectuur, toegepaste kunst en industriële vormgeving, in 1919 in Weimar gesticht door de architect Walter Gropius. In 1925 verhuisde de school naar Dessau, waar Gropius een gebouw voor de school ontwierp.

Doel van de opleiding was om de verschillende vakgebieden van de kunst tot een nieuwe eenheid samen te brengen, met architectuur als middelpunt. Het Bauhaus wilde prototypes produceren voor de massaproductie van dagelijkse gebruiksvoorwerpen. Een geslaagd voorbeeld hiervan is de stoel van stalen buizen van Marcel Breuer. De studenten werden in principe opgeleid voor werk in de industrie, met veel aandacht voor industriële ontwerpen en de ideeën van het Functionalisme. Daarnaast moesten studenten ook het ambacht onder de knie krijgen. Veel beroemde kunstenaars hebben kortere of langere tijd les gegeven aan de school, zoals Wassily Kandinsky en Paul Klee. In 1932 werd de school door de nazi’s gedwongen te verhuizen naar Berlijn, waar het Bauhaus een jaar later definitief gesloten werd. Veel docenten vertrokken naar de Verenigde Staten, waar ze nog decennialang de idealen van Het Bauhaus uitdroegen.