Vallende ziekte; ernstige aandoening van het zenuwstelsel, gekenmerkt door onverhoedse krampaanvallen met bewustzijnsverlies.
Basilicum (Ocimum basilicum); ook bazielkruid, koningskruid, balsemkruid.
De bladeren en de bloeiende toppen. 4% infuus, 10 minuten laten trekken. Drie kopjes daags.
Bijvoet (Artemisia vulgaris); ook sintjanskruid.
De bladeren en de bloeiende toppen. 2% infuus, 10 minuten laten trekken. Drie kopjes daags, buiten de uren van de maaltijden.
Hartgespan (Leonurus cardiaca); ook hartekruid.
De bloeiende plant. 2% infuus, 20 minuten laten trekken. Drie kopjes daags.
Lievevrouwebedstro (Asperula odorata).
De gehele plant. 5% infuus, 6 uur laten trekken. 80 g daags, lepelsgewijs.
Maretak (Viscum album); ook mistel, mistletoe, vogellijm.
De bladeren. 4% infuus, 25 minuten laten trekken. Drie kopjes daags.
Sleutelbloem (Primula officinalis); de gewone of welriekende sleutelbloem.
De bloemen. 2% infuus, 25 minuten laten trekken. Drie kopjes daags.
Vlier (Sambucus nigra): de gewone vlier; ook vledder.
De schors. 4% decoct, 10 minuten laten koken. Drie kopjes daags.
Zonnebloem (Helianthus annuus).
De gehele stengel, met eucalyptusbladeren. 5% infuus, 25 minuten laten trekken. Drie kopjes daags.