zwaaide, h., i. gezwaaid (heen en weer bewegen, doen bewegen; waggelend gaan): de vlag zwaaien; met zijn armen zwaaien: (met) de hoed zwaaien; met de hand zwaaien; de schepter zwaaien, regeren; hij zwaaide als dronken langs de straat.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk