o. zakjes (1 kleine zak, z. ald. voor uitdr.; 2 scheepst. plooi, rif, vouw in ‘t zeil):
1. zakjes plakken;
2. er was geen zakje in ‘t zeil, het zeil was gespannen, gunstige wind.
Gepubliceerd op 11-11-2021
betekenis & definitie
o. zakjes (1 kleine zak, z. ald. voor uitdr.; 2 scheepst. plooi, rif, vouw in ‘t zeil):
1. zakjes plakken;
2. er was geen zakje in ‘t zeil, het zeil was gespannen, gunstige wind.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: