Gepubliceerd op 11-11-2021

voordeel

betekenis & definitie

o. voordelen, voordeeltje (winst, nut, profijt; gunstige omstandigheid): elk zoekt zijn voordeel; doe uw voordeel hiermee, maak u ten nutte; voordeel afwerpen, opleveren; dat heeft zijn voordeel; voordeel hebben bij; een voordeel behalen op; voordeel trekken van; dat is in mijn voordeel; hij is in zijn voordeel veranderd; met, zonder voordeel; ten voordele (strekken) van; de voor- en nadelen; Z.-N. op bij voorbaat.