Gepubliceerd op 11-11-2021

verbijten

betekenis & definitie

verbeet, h. verbeten (eig. wegbijten, d.i. op zijn lippen, tanden bijten, om zich in te houden van toorn, pijn enz.): Henriette, haar spijt verbijtende; refl. z i c h v e r b ij t e n: ik verbeet mij van ’t lachen, d.i. om niet te lachen; zich verbijten van woede, met moeite zijn woede inhouden.