Gepubliceerd op 11-11-2021

trainen

betekenis & definitie

trainde, heeft getraind; (Eng. to train, Fr. trainer v. Lat. traginare, trahere); sport: oefenen, harden voor wedstrijden naar vaste leefregels; bij uitbr. oefenen: het lichaam trainen door sport, een elftal trainen; onze jongens trainen in de vreemde talen; zich trainen.

< >