Gepubliceerd op 11-11-2021

stuwen

betekenis & definitie

stuwde, h. gestuwd (1 duwende voortbewegen, voortduwen, dringen; 2 bijeen of opeen plaatsen in een ruimte; inz. van goederen in een schip of wagen: bergen op een zodanige wijze, dat zij de minste ruimte innemen en niet van hun plaats kunnen geraken; stouwen; 3 de natuurlijke afvloeiing belemmeren; door een bouwwerk, stuw, er in te leggen het water ophouden, tegenhouden, keren):

1. de wind stuwde de watermassa de kant van Leiden op; het hart stuwde het bloed niet meer door zijn aderen;
2. het stuwen van goederen; het stuwen der kolen in de ruimte; ook: een schip stuwen;
3. meestal opstuwen: de stuwende werking van het bouwwerk; het water.