Gepubliceerd op 11-11-2021

schellen

betekenis & definitie

I. schelde, h. gescheld (bellen: 1 een of de schel overhalen; 2 het geluid v. e. schel geven; 3 door middel v. e. schel ontbieden):

1. aan een deur schellen;
2. door het schellen werd ik opmerkzaam;
3. de meid schellen om theewater.

II. schelde, h. gescheld (van de schil ontdoen): appels schellen; gew., Z.-N.

< >