o. rabatten, in bet. 1 gmv. (Fr. rabat = eig. het neergeslagene: handel: korting op de waarde, a) een betrekkelijk laag percentage, wanneer een extra-korting wordt toegestaan aan een belangrijken afnemer, b) een betrekkelijk hoog percentage, wanneer de wederverkoper aan vaste verkoopprijzen is gebonden en het rabat zijn winst voorstelt; omgeslagen zoom, neerslag, bef, kraag [v. geestelijken enz.]; geplooide strook v. e. gordijn; smal tuin- of bloembed; bouwk. sponning).
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
