Gepubliceerd op 11-11-2021

patrijs

betekenis & definitie

I. m. patrijzen (O.-Fr. pertris [Lat. perdix]: familie van de orde der hoendervogels, tot welke familie als geslacht behoren de eigenlijke patrijzen of veldhoenders, waarvan de gewone patrijs [Lat. perdix] een soort is): een koppel, een klucht patrijzen; stofn. v. zonder lidw.: een stuk patrijs; jagerst. het patrijs.

II. v. patrijzen (Fr. patrice [Lat. patrix v. pater = vader]: vadervorm; de stempel, waarmede, door hem in een zachtere stof te slaan, een matrijs vervaardigd wordt).

< >