Gepubliceerd op 11-11-2021

patent

betekenis & definitie

I. o. (Fr. [lettre] patente, Lat. [litera] patens = open brief: open brief, document op een niet gesloten vel perkament of papier, dat ieder dus lezen kan, uitgegeven en bezegeld door een souverein of autoriteit; inz. akte, waarbij een bepaalde last wordt verstrekt of een recht verleend; vergunningsbrief om een bepaald bedrijf uit te oefenen; octrooibrief, waarbij machtiging wordt verleend, met uitsluiting van anderen, gedurende zeker tijdverloop een uitvinding te mogen gebruiken; recht van patent, de belasting voor de akte om zeker beroep uit te oefenen): patent nemen, geven; Z.-N. hij heeft patent v. liegen, liegt onbeschaamd.

II. bn., bw. (Fr. [Lat. patens = open]: uitstekend, zeer goed): hij is een patente kerel; zich patent gedragen; hij ziet er patent uit; verg. patentolie, patentsluiting etc.