Gepubliceerd op 11-11-2021

paddenstoel

betekenis & definitie

m. -en (1 zwammen; ook: vruchtlichaam der zwammen; 2 bij verg.):

1 zegsw. oprijzen (of: verrijzen) als paddenstoelen uit de grond, van dingen, die vlug en veelvuldig komen;
2 het bolvormig deel, dat zich op de koolspitstop afzet, heet paddenstoel;

paddenstoelvergif(t)

o. (Z.-N. fig. slechte spijs of drank).

< >