Wat is de betekenis van paddenstoel?

2024-04-20
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-20
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

paddenstoel

Het begrip paddenstoel heeft 2 verschillende betekenissen: 1) zwam. zwam met een bovengronds vruchtlichaam dat bestaat uit een steel met daarop een hoed of dop; ook algemener: elke zwam die een vruchtlichaam vormt, hetzij bovengronds of ondergronds. 2) lage wegwijzer. lage wegwijzer van de ANWB bij kruispunten van fietspaden en wande...

2024-04-20
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

paddenstoel

1) (1966) (homotaal) korte penis met een -in verhouding- grote eikel. • 'Zo? Is hij een beetje gebogen en nog kinderlijk, ondanks zijn grootte? Of is hij al wreed en onverschillig?' 'Tja, dat liet zich moeilijk zeggen.' 'Toch geen paddestoel?' (Gerard Reve: Nader tot U. 1966) • (Arendo Joustra: Homo-erotisch woordenboek. 1988) •...

2024-04-20
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

paddenstoel

paddenstoel - zelfstandig naamwoord uitspraak: pad-den-stoel 1. zachte, sponsachtig plant bestaande uit steel en hoed ♢ in de herfst vind je veel paddenstoelen in het bos 1. de huizen schieten als paddenstoelen uit de grond...

2024-04-20
Atletiek- en turnwoordenboek

Jan Luitzen (2008)

paddenstoel

(de; -en) TU - hulpmiddel bij het leren voltigeren in de vorm van een paddenstoel, al dan niet uitgerust met een ‘voltigebeugel’; de ‘hoed’ waarop de handen steunen, bevindt zich laag bij de grond (mat), zodat de beginnende paardvoltigeerder geen angst hoeft te hebben om (van hoog, dus hard) te vallen; wordt bv. gebruikt in combinatie met de ‘emmer...

2024-04-20
Art & Architecture Thesaurus

Getty Research Institute (1990)

paddenstoel

paddenstoel - Vruchtlichamen van zwammen, vaak parapluvormig.

2024-04-20
Humoristisch woordenboek

H. Moritsen (1939)

Paddenstoel

Altijd dak boven het hoofd.

2024-04-20
Encyclopedie voor voeding

dr. ir. P. Schoorl (1938)

Paddenstoel

Paddenstoel is het vruchtlichaam van een hoogere zwam. Sommige soorten zijn eetbaar. Bv. Hanekam (eierzwam); Weidekringzwam; Weidechampignon; Eekhoorntjesbrood; Inktzwam; Ridderzwam; Parasolzwam; Honingzwam; Morielje; Truffel. De bovengenoemde zijn eetbare soorten. Giftige soorten zijn: Groene knolamaniet; Vliegenzwam; Panteramaniet; Melkzwam; Rus...

Wil je toegang tot alle 13 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-20
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

paddenstoel

m. -en (1 zwammen; ook: vruchtlichaam der zwammen; 2 bij verg.): 1 zegsw. oprijzen (of: verrijzen) als paddenstoelen uit de grond, van dingen, die vlug en veelvuldig komen; 2 het bolvormig deel, dat zich op de koolspitstop afzet, heet paddenstoel; paddenstoelvergif(t) o. (Z.-N. fig. slechte spijs of drank).