v. -en (uitwerpsel v. e. paard);
paardevlees
o. (1 vlees v. e. geslacht paard; 2 houtsoort, wegens de kleurgelijkenis met rauw vlees inz. van de rizophara mangle; hout v. d. paardevleesboom):
1 zegsw. die jongen heeft paardevlees gegeten, is dartel, kan niet stilstaan of stilzitten; gebraden paardevlees;
2 het harde paardevlees wordt als sierhout verwerkt;
paardevoet
m. -en (voet v. e. paard; inz. horrelvoet; Z.-N. hoefblad).