maakte-, h. overgemaakt (1 opnieuw [en beter] maken; ook: overschrijven; 2 overzenden):
1 de knaap moest zijn huiswerk overmaken;
2 iem. geld overmaken, b.v. per postwissel;
overmaking
v. -en: overmaking van gelden.
Gepubliceerd op 11-11-2021
betekenis & definitie
maakte-, h. overgemaakt (1 opnieuw [en beter] maken; ook: overschrijven; 2 overzenden):
1 de knaap moest zijn huiswerk overmaken;
2 iem. geld overmaken, b.v. per postwissel;
overmaking
v. -en: overmaking van gelden.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: