Gepubliceerd op 11-11-2021

onbepaald

betekenis & definitie

bn., bw. (niet begrensd, onbeperkt): de onbepaalde ruimte; voor onbepaalde tijd, niet vastgesteld; in iem. het onbepaaldste vertrouwen stellen; de onbepaalde wijs, infinitief; een onbepaald vnw. b.v. men; een onbepaald lidwoord (of; lidwoord van onbepaaldheid), nl. een; hij drukte zich onbepaald uit, onduidelijk; zijn verlof is onbepaald verlengd, voor een niet afgeperkte tijd.

< >