Wat is de betekenis van onbepaald?

2024-04-23
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

onbepaald

onbepaald - Bijvoeglijk naamwoord 1. zonder grenzen 2. niet precies vastgesteld 3. het is niet duidelijk om wie of wat het gaat Woordherkomst Afgeleid van bepaald met het voorvoegsel on- Antoniemen bepaald

2024-04-23
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

onbepaald

onbepaald - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: on-be-paald 1. zonder grenzen ♢ hij heeft een onbepaalde volmacht 2. niet precies vastgesteld ♢ wanneer hij thuiskomt, is nog onbepaald ...

2024-04-23
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

onbepaald

nie begrens nie, onbeperk; onseker; onduidelik.

2024-04-23
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Onbepaald

bn. bw. (-er, -st). 1. niet begrensd, eindeloos uitgestrekt: de sterren, die flikkeren aan de on'bepaalde ruimte des hemels; 2. onbeperkt, zonder grenzen: een on'bepaalde vrijheid; voor on'bepaalde tijd vertrekken; on'bepaalde volmacht verlenen; in iem. een on'bepaald vertrouwen stelle...

2024-04-23
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

onbepaald

bn., bw. (niet begrensd, onbeperkt): de onbepaalde ruimte; voor onbepaalde tijd, niet vastgesteld; in iem. het onbepaaldste vertrouwen stellen; de onbepaalde wijs, infinitief; een onbepaald vnw. b.v. men; een onbepaald lidwoord (of; lidwoord van onbepaaldheid), nl. een; hij drukte zich onbepaald uit, onduidelijk; zijn verlof is onbepaald verlengd,...

2024-04-23
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

onbepaald

(onbə'pa:lt) I. bn. en bw. (-er, -st) 1. niet begrensd : een -e ruimte 2. zeer groot: een vertrouwen in iemand stellen 3. onbeperkt: -e volmacht 4. onzeker: de tijd is -; antwoorden 5. niet vastgesteld: voor -e tijd II. bw. voor onbepaalde tijd: zijn verlof is verlengd.

2024-04-23
Het juiste woord

Dr. L. Brouwers (1928)

Onbepaald

Adjectief: onbepaald, vagelijk, vaag, enigerhande, enigerlei, algemeen, generaal, onduidelijk, gewillig (Zn.), onnauwkeurig, weifelend, onzeker, onbestemd, onberekend, aselect (..kt), approximatief, nabijkomend, benaderend, onberekenbaar. Naamwoord: onbepaaldheid, vaagheid, onduidelijkheid, onnauwkeurigheid, onzekerheid. onbepaald w...

2024-04-23
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

onbepaald

(het accent wisselt), bn. en bw. (-er, -st), 1. niet begrensd, eindeloos uitgestrekt: het on'bepaalde hemelruim; 2. onbeperkt, zonder grenzen: een on'bepaalde vrijheid; voor on'bepaalde tijd vertrekken; on'bepaalde volmacht verlenen; in iemand een on'bepaald vertrouwen stellen; bw., zonder een grens te bepalen: iets on...

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-23
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)