o. -en;
1. het punt, juist in het midden gelegen, van alle punten v. e. cirkelomtrek of van alle punten van het oppervlak v. e. bol even ver verwijderd: het middelpunt v. e. cirkel;
2. het middelste deel, het midden van iets: het middelpunt des heirs;
3. een plaats in enig opzicht de belangrijkste van vele andere: Londen is het middelpunt van de Engelse handel;
4. persoon, om wien alles draait; voornaamste: Hooft, het middelpunt van de Muiderkring.