o. in bet. 2 -s (1 scheikundig element, een mctalloïde, silicium; 2 kleine rondachtige stenen, grind):
1. bij de proef werd de aanwezigheid van kiezel aangetoond;
2. als voorwerpsnaam: een kiezeltje in de schoen gekregen hebben; de beek, glijdend over kiezels of zand; als verzamelnaam: de weg met kiezel verharden.