o. -huizen (1 uit speelkaarten nagebootst gebouwtje; 2 fig. luchtkastelen; lichtzinnig plan; iets dat gemakkelijk vernietigd wordt):
1 de kinderen bouwden een kaartenhuis; omverwerpen, instorten als een kaartenhuis(je), even gemakkelijk;
2 het kaartenhuis van iems. geluk;
kaartenstelsel, o. (boeking-systeem op alphabetisch gerangschikte kaarten); ook, kaartstelsel.