Wat is de betekenis van kaartenhuis?

Een kaartenhuis is een bouwsel van kaarten die zo op elkaar gestapeld zijn dat het stevig blijft staan. De betekenis hiervan kan variëren, afhankelijk van de context waarin het wordt gebruikt. Soms kan het symbool staan voor iets fragiel of kwetsbaar, terwijl het in andere gevallen kan staan voor iets dat sterk en stabiel lijkt maar dat in wer...

kaartenhuis - Zelfstandignaamwoord 1. een constructie van tegen elkaar gezette speelkaarten. 2. (figuurlijk) een constructie de makkelijk in elkaar stort, een niet stevig constructie ♢ De grootse plannen van de regering bleken een kaartenhuis te zijn. ♢ Het leven is...

s.n., flinterhúske (it), spuonnen, bliken doaske (it).

o. (...huizen), 1. een uit speelkaarten ’gemaakt gebouwtje: instorten als een kaartenhuis; 2. (fig.) iets dat op geen vaste grondslag rust, dat bij de minste schok instort of' dat geen stand kan houden: het kaartenhuisje van zijn geluk stortte in: 3. kaartenhut.

o. -huizen (1 uit speelkaarten nagebootst gebouwtje; 2 fig. luchtkastelen; lichtzinnig plan; iets dat gemakkelijk vernietigd wordt): 1 de kinderen bouwden een kaartenhuis; omverwerpen, instorten als een kaartenhuis(je), even gemakkelijk; 2 het kaartenhuis van iems. geluk; kaartenstelsel, o. (boeking-systeem op alphabetisch gerangschikte kaarten)...

of kaartenkamer, vertrek aan boord van een zeeschip, uitsluitend ten behoeve van de navigatie, en waar zeekaarten en nautische instrumenten worden bewaard. Meestal gelegen op of in de nabijheid van de commandobrug.

o. (...huizen) 1. Eig. huis van speelkaarten: kinderen bouwen ...huizen; iets (doen) instorten of omverwerpen als een -, even licht, gemakkelijk. 2. Metf. iets van ongewisse, vergankelijke aard : zijn plannen zijn ...huizen.

o. (-huizen), 1. een uit speelkaarten gemaakt gebouwtje: instorten als een —; 2. (fig.) iets dat niet op vaste grondslag rust, dat bij de minste schok instort of dat geen stand kan houden: het kaartenhuisje van zijn gelijk stortte in; 3. (zeevaart) kaartenkamer.

KAARTENHUIS, o. (...huizen), een uit speelkaarten gemaakt gebouwtje; (fig.) iets wat gemakkelijk vernietigd wordt; een lichtzinnig ondoordacht plan; iets wat geen stand kan houden; het kaartenhuisje van zijn geluk stortte in.