liet in, h. ingelaten (1 binnenlaten; 2 in iets laten, iets niet er uit nemen):
1. laat de hond niet in;
2. zult ge de vruchten er inlaten? refl. z. met iem. in gesprek treden, betrekkingen aanknopen; z. met iets inlaten, bemoeien.
Gepubliceerd op 11-11-2021
betekenis & definitie
liet in, h. ingelaten (1 binnenlaten; 2 in iets laten, iets niet er uit nemen):
1. laat de hond niet in;
2. zult ge de vruchten er inlaten? refl. z. met iem. in gesprek treden, betrekkingen aanknopen; z. met iets inlaten, bemoeien.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: