Gepubliceerd op 11-11-2021

iets

betekenis & definitie

onbep. vnw. (wat onbepaalds, ongenoemds; een kleine hoeveelheid; Z.-N. wat dan ook): ik heb u iets te zeggen; daar heb je iets; dat is net iets voor hem, a) dat kan men van hem verwachten, b) daar houdt hij van; zo gemeen als iets, zeer; een zeker iets; eindelijk eens iets van je horen; ‘t was (je me) iets! dat is iets van later zorg; iets of niets; het is iets warmer; niemand had hem iets te zeggen, wat dan ook; Z.-N. iets van niks, niet erg: verkl. ietsje, o.: het eten is een iets (of: ietepit) te zout; een iets beter.