Gepubliceerd op 11-11-2021

haven

betekenis & definitie

v. -s, haventje,

1. veilige ligplaats voor schepen: rivierhaven, zeehaven: een natuurlijke haven; een haven binnenlopen of binnenvallen; met hem is geen haven te bezeilen, geen huis te houden;
2. fig. (veilige) schuilplaats: in behouden haven zijn, veilig zijn;
3. (kust)plaats met haven, havenstad: de haven Rotterdam.

< >