1. m. hamen, haampje (zakvormig net voor de vis- en vogelvangst);
2. o. hamen, haampje (houten, leren raamvormig halsjuk van trekdieren; trekjuk van mensen bv. bij schepen).
3. v. hamen (kniehoog van een paard); haam is hetzelfde woord als ham, schink.