I. m. en v. groten (1 persoon, die groot of volwassen is; 2 de rijke, machtige):
1. de groten mogen vanavond opblijven, de oudere kinderen;
2. de groten der aarde, machtigen.
II. zn. o.: die het kleine niet eert, is het grote niet waard.
Gepubliceerd op 11-11-2021
betekenis & definitie
I. m. en v. groten (1 persoon, die groot of volwassen is; 2 de rijke, machtige):
1. de groten mogen vanavond opblijven, de oudere kinderen;
2. de groten der aarde, machtigen.
II. zn. o.: die het kleine niet eert, is het grote niet waard.
Wekelijks trending en actuele woorden ontvangen in je mailbox? Schrijf je net als 2.112 anderen in!
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel lid van Ensie en geniet van alle voordelen: