Gepubliceerd op 11-11-2021

fatsoen

betekenis & definitie

o. fatsoenen, fatsoentje (Fr. façon: 1 vorm, model inz. van kledingstukken of sieraden; 2 goede manieren in de maatschappelijke omgang, soms ong.; 3 [goede] stand, eer, aanzien zelfstandig enigszins vero.):

1. een jasje v. e. oud of vergeten fatsoen; uw hoed is door die val geheel uit zijn fatsoen, vorm;
2. dit boerenmeisje weet nog weinig van fatsoen en beschaafdheid; zijn fatsoen houden, z. niet aan een ongemanierdheid schuldig maken; met (goed) fatsoen, zonder aanstoot te geven; ong. de conventionele begrippen van fatsoen;
3. een meisje van fatsoen; zijn fatsoen (op-)houden (of: bewaren).