Gepubliceerd op 11-11-2021

Faam

betekenis & definitie

v. Lat.

Fama (fari = spreken)1. myth. de godin van het gerucht, van de roem
o. a. voorgesteld met vleugels, duizend ogen en duizend monden of met een spreektrompet, aan de mond;
2. v. (gerucht, mare; naam, reputatie; inz. goede naam, reputatie; roep, roem, vermaardheid): te goeder naam en faam bekend staan.