Definities van Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal in de Ensie C
- casuïst
- casuïstiek
- casus
- cataclysme
- catacombe
- Catalaunische velden
- catalecten
- catalepsie
- catalogiseren
- catalogus
- catapult
- cataract
- catarrhaal
- catarrhe
- catastrophe
- catecheet
- catechese
- catechetisch
- catechisant
- catechisatie
- catechisatiekamer
- catechiseermeester
- catechiseren
- catechismus
- catechist
- catechumeen
- categorie
- categorisch
- catenen
- Catharina-venster
- catheder
- cathedra
- cathedraal
- catheter
- Catholicisme, Catholiek
- Cato
- Catsiaans
- cauchemar
- Caudijns
- causa
- causaal
- causaliteit
- causatief
- cause célèbre
- causerie
- causeur
- causeuse
- cauterisatie
- cautie
- cavalcade
- cavalerie
- cavalerist
- cavalier
- cavatine
- caveant consules
- caveren
- caverne
- caviaar
- Cayenne-peper
- Cecilia
- cedant arma togae
- cedel, ceel
- ceder
- cederen
- cederhout
- cederolie
- cedille
- ceintuur
- ceintuurbaan
- cel
- cel-auto
- Celebes
- celebrant
- celebreren
- celebret
- celebriteit
- Celestijn
- celibaat
- celibatair
- cellarius
- cellebroer
- cellist
- cello
- cellulair
- celluloid
- cellulose
- celrijtuig
- Cels. of C
- Celsius
- celstraf
- Celten, Celtisch
- celvocht
- celvormig
- celwagen
- cement
- cementen
- cementeren
- cenaculum
- cenobiet
- cenotaphium