Definities van Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal in de Ensie C
- cirkelsegment
- cirkelvlak
- cirrus
- Cisalpijns
- ciseleren
- ciseleur
- Cisterciënsers
- cisterne
- citaat
- citadel
- citato loco
- citer
- citeren
- cito
- citraat
- citroen
- citroenboom
- citroenhout
- citroenkruid
- citroenschil
- citroentje
- city
- citybag
- civetkat
- civiel
- civiel-ingenieur
- civiel-recht
- civilisatie
- civiliseren
- civilist
- civis
- cl
- claim
- clair-obscur
- clair-voyant(e)
- clairet
- clan
- clandestien
- claque
- claqueur
- clarinet
- Clarissen
- claro
- classicaal
- classicisme
- classiek
- classificatie
- classificeren
- classis
- classisch
- claus
- clausule
- clausuur
- claviatuur
- claviger
- clavis
- claxon
- clearing
- clearingbank
- clematis
- clementie
- Cleopatra
- cleresie, cleresij
- clergé
- clericaal
- clericalisme
- clericus
- clerus
- cliché
- cliënt
- cliëntele
- climax
- Clio
- clip
- clivia
- cloaca
- cloak
- cloisonné
- close-up
- closet
- closetpapier
- clou
- clown
- clownachtig
- club
- clubzetel
- cm
- Co
- coactie
- coadjutor
- coaguleren
- coalitie
- coalitie-oorlogen
- cobra
- coca
- cocaïne
- cocarde
- Coccejanen
- cochenille
- cockney
