Definities van Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal in de Ensie A
- alchimist
- Alcibiades
- Alcides
- alcohol
- alcoholica
- alcoholisatie, alcoholisering
- alcoholisch
- alcoholisme
- alcoholist
- alcoholvrij
- alcorso
- alcyon
- alderman
- Aldinen
- aldoor
- aldra
- aldus
- ale
- alea iacta est
- aleer
- Alemannen
- alevel
- Alexander
- Alexandrijn
- Alexandrijnse bibliotheek
- alf
- Alfadur
- alferus
- Alfoeren
- alfrank
- alge
- algebra
- algebraïsch
- algeheel
- algelijk
- algemeen
- algemeenheid
- Algemene Staten
- Algerijn
- Algerijns
- Algiers
- Algoede
- alguazil
- Alhamhra
- alhier
- alhoewel
- alias
- alibi
- alignement
- alikas
- alikruik
- alimentatie
- alimentatieplicht
- alinea
- alinëatie
- alizarine
- alk
- alkanna
- alkoof
- alkoran
- all ottava
- all right!
- all unisono
- Allah
- allebeide, allebei
- alledaags
- alledaagsheid
- allee
- alleen
- alleenhandel
- alleenheerschappij
- alleenheerser
- alleenlijk
- alleenspraak
- alleenstaand
- alleenverkoop
- alleenvertegenwoordiger
- allegaar
- allegaartje
- allegorie
- allegorisch
- allegretto
- allegro
- alleluja
- allemaal
- allemachtig
- alleman
- allemansgading
- allemansgek
- allemansvriend
- allengs
- allenig
- allentwege
- allerbest
- allerchristelijkst
- allereerst
- allergenen
- allergetrouwst
- allergische ziekte
- allerhande
