Definities van Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal in de Ensie A
- Allerheiligenfeest
- allerheiligst
- allerhoogst
- allerjongst
- allerlaatst
- allerlei
- allerliefst
- allermeest
- allerminst
- allernaast
- allerwegen
- Allerzielen
- alles
- allesbehalve
- alleszins
- alliage
- alliance
- alliantie
- allicht
- alligator
- alliteratie
- allitereren
- allo
- allocutie
- allodiaal
- allodium
- allonge
- allongepruik
- allons
- allooi
- allopaath
- allopathie
- alloquium
- allotria
- allotropie
- allumet
- allure
- allusie
- alluviaal
- alluvie
- alluvium
- alm
- Alma mater
- Almacht, de
- almachtig
- almagra
- almanak
- almaviva
- almede, almee
- almeteen
- almogend
- almogendheid
- aloë
- aloen-aloen
- alom
- alomtegenwoordig
- alomvattend
- aloud
- aloudheid
- alp
- alpaca
- Alpen
- alpenbloem
- alpenclub
- alpenflora
- alpengloeien
- alpenherder
- alpenhoorn, alpenhoren
- alpenjager
- alpenklokje
- alpenroos
- alpenspoorweg
- alpenstok
- Alpha en omega
- alphabet
- alphabetisch
- Alpijns; Alpinisch
- alpinisme
- alpinist
- alrede, alree; alreeds
- alruin
- als
- alsdan
- alsem
- alsemachtig
- alsemwijn
- alsjeblieft
- alsmaar
- alsmede
- alsnog
- alsnu
- alsof
- alt
- altaar
- altaargeheim
- altaarstuk
- altegader
- altemaal
- altemet
- altemets