m. —en (meetk. vlak, ingesloten door drie lijnen): stomphoekige en scherphoekige -en;
-hoekig, bn. (met drie hoeken; in de vorm van een driehoek): een — stuk land; -hoeksmeting, v. -en (deel der meetkunde, dat zich bezighoudt met het berekenen van onbekende eigenschappen van driehoeken uit bekende: trigonometrie; terreinopmeting volgens de trigonometrie voor kaarttekening: triangulatie);
-honderd, telw. (aaneen te schrijven);
-honderdste, bn.;
-hoofdig, bn.: de -e helhond of Cer'berus;
-kant(ig), bn. (drie kanten hebbende): een —e vijl.