Gepubliceerd op 11-11-2021

doop

betekenis & definitie

m. dopen (het dopen, inz. onderdompeling in, besprenkeling met water enz., waardoor iem. wordt opgenomen in een kerkgenootschap): de — v. e. kind, iem. de H. — toedienen; de — ontvangen; een kind ten — houden; fig. de — v. e. klok, inzegening; de — v. e. schip, feestelijke naamgeving; verg. doopsel.

< >