Gepubliceerd op 11-11-2021

dagelijks

betekenis & definitie

1 bn. (1 iedere dag voorkomend; iedere dag nodig; van elke dag; 2 gelijk geregeld waargenomen wordt):

1 het - brood; een - beursoverzicht; -e bezigheden;
2 het-e leven; nog: R.-K. -e zonde, overtreding van Gods geboden in kleine zaken; z. doodzonde; het - bestuur (der gemeente), Burgemeester en Wethouders (in België: Burgemeester en Schepenen);
2 bw. (1 elke dag; 2 van dag tot dag):
1 vrij werken -;
2 het wordt - erger.