Gepubliceerd op 11-11-2021

bergen

betekenis & definitie

borg, h. geborgen (1 in veiligheid brengen; 2 zeet. schepen binnenbrengen, die door schipper en bemanning zijn verlaten; de goederen of de lading v. verongelukte schepen in veiligheid brengen; 3 in een ruimte opnemen, dikwijls met kunnen; naar een plaats brengen en daar bewaren):

1. met bepaalde voorwerpen: het lijf, het leven bergen; refl. berg je! zich niet weten te bergen van ....;
2. schepen, goederen bergen;
3. dat kan ik niet bergen; jongens, je boeken bergen! nog: zegsw. geborgen zijn, a) geen zorgen voor de toekomst meer hebben, b) in veiligheid zijn; Z.-N. zich bergen, zich verbergen.