knapte af, heeft (1), is (2) afgeknapt; knappend afbreken,
1. trans.: een stuk glas kan men afknappen;
2. intrans.: de ijzeren stang knapte af.
Gepubliceerd op 11-11-2021
betekenis & definitie
knapte af, heeft (1), is (2) afgeknapt; knappend afbreken,
1. trans.: een stuk glas kan men afknappen;
2. intrans.: de ijzeren stang knapte af.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: