Klokkenlexicon

Jaap Zeeman (2011)

Gepubliceerd op 27-06-2017

comtoise

betekenis & definitie

Een klok die werd gemaakt in de Franche-Comté in de periode van circa 1700-1930.

Deze streek van Frankrijk omvat de departementen Jura, Doubs en Haute Saône. De wieg van de comtoise stond in de Jura. Naar de plaatsjes Morez en Morbier worden de vroegste comtoises ook wel Morez- of Morbierklokken genoemd. Ook de naam Mayet-klok is in gebruik naar de bekendste maker uit de vroegste periode: Pierre Claude Mayet (1687-1729). De vroegste comtoises kenmerken zich door een gezwarte plaatijzeren kast met een messing cijferring, een messing belhek, soms een smalle messing lijst langs de voorkant, messing sluiters (shutters e) voor de opwindgaten, soms met de naam van de maker erop en twee messing hoekstukjes. Er is alleen een uurwijzer en meestal een wekker. Het uurwerk heeft een spillegang met een opvallend lange slinger, samengesteld uit draadstukjes. Een originele slinger is een zeldzaamheid. Het heeft zaagslagwerk met een verticaal vallende zaag. Vrijwel alle comtoises slaan circa twee minuten na het uur nog eens. Het uiterlijk van de comtoise veranderde met de smaak van de tijd.

Iets voor het midden van de 18de eeuw verschijnen emailplaten die bestaan uit cartouches of emailplaatjes die tegen elkaar zijn gelegd, de cadran compartimenté. Spoedig daarna ziet men comtoises met emailplaten uit één stuk, de schotelplaat, zo genoemd naar de hol-bolle vorm.

In de tweede helft van de 18de eeuw worden ook comtoises met een aardewerken wijzerplaat gemaakt een het belhek wordt van messing of brons gegoten. Bekend zijn het bekronende haantje, de Frygische muts en de ineengesloten handen (les mains qui se serrent) als symbool van de revolutiespreuk: Liberté, Égalité et Fraternité (vrijheid, gelijkheid en broederschap).

Kort na 1800 stijgt de vraag naar de comtoise sterk en de modellen en productiemethoden worden daarop aangepast. Veel onderdelen worden in de huisindustrie gemaakt.

Het gegoten bronzen ornament boven de wijzerplaat maakt plaats voor een geperste latoenkoperen versiering, eerst met symmetrische motieven, later met allerlei voorstellingen, vooral uit het landleven en het religieuze leven. De spillegang in combinatie met de eenvoudige vouwslinger maakt pas in de eerste kwart van de 19de eeuw definitief plaats voor de ankergang met wat grotere slingers, sommige als imitatie van de roosterslinger van Harrison.

De wijzerplaat wordt in het eind van de 19de eeuw omgeven door een ovaal latoenkoperen ornament waarvan de motieven terug te vinden zijn in de eveneens met latoenkoper beklede slinger (bloemslinger). Soms zijn deze onderdelen in felle kleuren beschilderd. In de laatste periode van de productie van de comtoise worden ook nog albasten wijzerplaten met cartouches gemaakt. Rond 1900 is er ook nog een kleine productie geweest van comtoiseklokken met veren, soms met trekopwinding. Ze waren in het algemeen kleiner van formaat en hadden een kort slingertje en een ronde wijzerplaat. Ze hadden een gangduur van een week. Comtoiseklokken zijn gemaakt voor plaatsing in meubelen, bijvoorbeeld hoekkasten en buffetkasten of er werd door gespecialiseerde meubelmakers een kast omheen gemaakt.

In de 19de eeuw is voor deze kasten meestal beschilderd vurenhout gebruikt; in de 18de eeuw was dat eiken- of vruchtbomenhout. Veel (Nederlandse) handelaren kochten in de jaren zeventig en tachtig van de 20ste eeuw bij tientallen de uurwerken op, maar lieten de kasten en ook de gewichten achter. De staat van de kasten liet vaak te wensen over. Ook het feit dat de modellen vaak niet aansloten bij de Nederlandse smaak was eveneens een reden ze maar in Frankrijk te laten. Dit is er de oorzaak van dat we veel meer comtoises zonder kast dan met kast zien.

Bij de klokken met een grote latoenkoperen bloemslinger is het ontbreken van de kast een bezwaar; bij de geringste tocht staat de klok stil... De comtoise is tot 1914 gemaakt; door het uitbreken van de eerste wereldoorlog kwam de productie abrupt tot stilstand. De voorraden die nog op de plank lagen zijn tot aan het begin van de tweede wereldoorlog uitverkocht. Toen was het tijdperk van de beste, meest accurate plattelandsklok ooit gemaakt, definitief voorbij.

Volgens een schatting van Gustav Schmitt, die een zeer gedegen boek over deze klokken heeft geschreven zijn erin totaal enige miljoenen comtoiseklokken gemaakt. De populariteit van de comtoiseklok heeft er toe geleid dat tot aan de dag van vandaag imitaties worden gemaakt.

f: Comtoise d: Comtoiser Uhr e: Morbier clock