XYZ van de klassieke muziek

Katja Reichenfeld (2003)

Gepubliceerd op 21-03-2017

Opera buffa

betekenis & definitie

Opera buffa is een Italiaanstalige komische opera uit de 18e eeuw, die in de trant van een klucht handelt over 'gewone' mensen; dit in contrast met de opera seria, de gelijktijdige Italiaanse 'ernstige opera', waarin de hoofdpersonen minstens van adel zijn.

In tegenstelling tot de Franse opéra comique en het Duitse Singspiel zijn er in de opera buffa géén gesproken dialogen, maar gezongen recitatieven. De avondvullende opera buffa ontstond in de vroege 18e eeuw uit de komische éénakters die werden gegeven tussen de bedrijven van de opera seria (bijv. La serva padrona van Pergolesi, 1733). Voor een deel waren de personages van de opera buffa ontleend aan het Italiaanse volkstheater van de commedia dell'arte. Naast de 'parti buffe' was er echter ook plaats voor 'parti serie', zodat er reliëf ontstond in de vrolijke gekte. De 'ernstige partijen' bevatten vaak parodie-aria's waarin de draak werd gestoken met de virtuoze da capo aria's uit de opera seria. In snel wisselende scènes en complexe intriges werden in de opera buffa menselijke zwakheden als ijdelheid, lafheid, gierigheid of stompzinnigheid aan de kaak gesteld en tot in het karikaturale uitvergroot. Dit gebeurde met een moralistische knipoog naar het publiek, want, zo schreef de 18e-eeuwse theoreticus Antonio Planelli, 'de lach is het machtigste en meest effectieve tegengif.'

Een verrukkelijke vondst van de buffocomponisten was de ensemblefinale. Dit was niet een afgerond sluitstuk van de akte, maar een wervelende keten van gebeurtenissen in kleine scènes waarbij uiteindelijk het grootste deel van de cast op het toneel verscheen. Die cast bevatte steevast een baszanger die het ensemble een stevige klankbodem gaf. Dit stemtype ontbrak in de opera seria, en werd heel geliefd in het buffogenre. Baldassare Galuppi, Niccolè Piccinni en Giovanni Paisiello schreven dit soort rijk getimbreerde 'kettingfinales'. Galuppi werkte samen met toneelschrijver en librettist Carlo Goldoni, die in zijn teksten de komische figuren diepte gaf. Deze hele 'voorgeschiedenis' vormde a.h.w. een verend bed voor Mozart, die in Le nozze di Figaro (1786) zijn geniale spel bedreef met alle elementen van de opera buffa. De tweede akte van de Figaro mondt uit in de meest bruisende ensemblefinale die ooit werd gecomponeerd.