XYZ van de klassieke muziek

Katja Reichenfeld (2003)

Gepubliceerd op 15-03-2017

Aria

betekenis & definitie

De aria (lt. lucht, sfeer) maakt als afgerond stuk voor solozang vooral deel uit van een opera, oratorium of cantate. In de vroege opera's uit de 17e eeuw bestond de aria meestal uit verschillende coupletten. In de 18e-eeuwse opera seria vormde een groot aantal aria's de muzikale substantie, terwijl de dialogen en de actie zich afspeelden in de recitatieven.

In die 'serieuze opera's' (bijv. van Händel) werd voornamelijk de da capo-vorm gebruikt, een A-B-A- vorm, waarin één emotie (affect) werd verbeeld (A). Een andere emotie werd daar tegenover gesteld (B), en ten slotte keerde het oorspronkelijke affect terug (A), geïntensiveerd met versieringen en coloraturen. Ook in de barokoratoria en -cantates waren da capo- aria's de meest geliefde vorm.

In de eveneens 18e eeuwse opera buffa, de Italiaanse komische opera, werden de statische da capo-aria's gereserveerd voor de serieuze, adellijke personages. Maar aria's van de kamermeisjes, soldaten en kwakzalvers, kortom, de 'buffo'-karakters, waren gevarieerder van vorm. Hierbij was een levendige en verstaanbare tekst de belangrijkste leidraad voor de componist. In de 19e eeuw werden een doorgaande handeling en een natuurlijke ontwikkeling van gedachten en gevoelens belangrijker. Dit leidde tot het verdwijnen van de afgeronde aria. In de late 'doorgecomponeerde' opera's van Verdi of Wagner zijn de solopassages van de hoofdrolzangers opgenomen in de steeds doorlopende actie (bijv. het Credo van Jago uit de tweede akte van Verdi's Otello, of Wotans Abschied uit Die Walküre van Wagner).