bisschop, die oudtijds door de wereldlijke overheden met den titel van vorst begiftigd is en dezen nog voert, ook al wordt somtijds de titel niet meer erkend.
Het zijn de volgende: In Duitschland de aartsbisschop van Breslau; in Hongarije de aartsbisschop van Gran; in Italië de bisschoppen van Acqui, Asti, Bologna, Brixen, Fermo, Florence, Gorizia, Novara, Ravenna, Reggio Emilia, Terano, Tortona, Trento; in Joegoslavië de bisschoppen van Laibach en Lavant; in het voormalige Oostenrijk de aartsbisschoppen van Salzburg en Weenen, de bisschoppen van Gurk en Zeckau; in Polen de aartsbisschop van Krakau; in Tsjecho-Slowakije de aartsbisschoppen van Olmütz en Praag.