bekleede bank aan de → epistelzijde van het altaar, ten gebruike van den → celebrant en zijn assistenten, tijdens een plechtige H. Mis en plechtige → Vespers (in requiemmissen onbekleed). Zij wordt gebruikt tijdens het zingen van het → Gloria, → Credo en eventueel de → sequentie en de preek. Dikwijls zijn het drie afzonderlijke zetels; het gebruik daarvan is echter door de → rubrieken uitdrukkelijk verboden. Het moet een bank zijn, zonder afzonderlijke plaatsen en zonder armleuningen, hoogstens mag zij een lage rugleuning hebben; desnoods mogen drie tabourets gebruikt worden, maar nooit zetels (armstoelen), waarvan het gebruik in de kerk aan den bisschop is voorbehouden.
In Vlaanderen noemt men de S. koorstoelen, niet te verwarren met koorgestoelte (zie Koor).