1. zie Palmzondag.
2. Oorspronkelijk grootere, later kleinere palmboompjes, welke bont versierd en met vruchten e.d. behangen in optocht of processie werden rondgedragen.
Het gebruik van de Palmpaasch is ontstaan uit de vermenging van twee gebruiken: palmprocessie en Meiboom. De Palmzondag viel samen met het begin van het lentefeest; zoo kon de verkleinde, maar steeds met rijke gaven behangen Meiboom de palmprocessie binnendringen. Als gever van de goede gaven, die den Meiboom sierden, trad nu de Zaligmaker op.
Het gebruik begint op sommige plaatsen te herleven. Elders kent men alleen de eenvoudige palmtakjes, die in de kerk worden uitgedeeld.