Kerkelijk woordenboek

Professor mag. dr. J.B. Kors o.p. (1967)

Gepubliceerd op 16-01-2023

Koorknaap

betekenis & definitie

1. de naam van de kinderzangers in de → schola cantorum; de kinderstemmen zijn in de liturgie altijd gebruikelijk geweest, de schola had steeds een afdeeling knapenzangers;

2. in afgeleide beteekenis de knaap, die in het → priesterkoor den priester de H. Mis dient; andere benaming voor → misdienaar.

< >